lovrary

Sonnet 74: Maar Klaag Des Niet: Als โ€™T Vonnis Is Geveld

Maar klaag des niet: als โ€™t vonnis is geveld Dat borgtocht afwijst en mij vรณรณr zich drijft, Dan wordt mijn leven door dit vers gemeld Dat als gedachtenis nabij u blijft. En dat herlezende, herleest ge juist Dat deel van mij dat u is toegewijd; De aard krijgt maar aard, die rechtens bij haar huist, Mijn geest, mijn beste deel, blijft uwe altijd. Mijn levens droesem is โ€™t wat u ontging, De wormenprooi, de doode levensschijn, De mes-buit van een laffe ellendeling, Te laag om nog door u herdacht te zijn. Mijn levens waarde is wat mijn geest gebiedt, En dat is dit, en dit verlaat u niet.