lovrary

Sonnet 15: Als Ik Bedenk Hoe Ieder Ding Dat Leeft

Als ik bedenk hoe ieder ding dat leeft Maar ÊÊn kort oogenblik volmaakt kan duren, En ’t groot tooneel van ’t Al slechts beelden heeft Die sterren met geheime macht besturen, Als ik bemerk dat menschen, plantgelijk, Door de eigen lucht geholpen of gehinderd, Zwellen van jeugdsap eerst, dan, hoog te prijk, Zinken, ras tot vergetelheid verminderd, Dan stelt het denken aan dit onstandvast Bestaan u voor mij, rijk in jonge kracht, ’t Is me of spilzieke Tijd Verderf belast Dat hij uw jeugddag keere in vuile nacht. En met de Tijd in strijd om uwentwil Ent ik opnieuw wat hij u nemen wil.