lovrary

Sonnet 8: Zoo Lieflijke Muziek En Poëzij

Zoo lieflijke Muziek en Poëzij, Als tweelingzustren, 't eens zijn met elkander, Dan heerscht er liefde tusschen u en mij: Gij toch mint de een en ik bemin steeds de ander. Dowland is u, wiens luitspel 't menschlijk hart Verrukt, vervoert met meer dan aardsche krachten, En Spenser mij, die tijd en aanval tart, Hij, weêralooze in diepte van gedachten. Gij hoort zoo gaarn die zoete melodij, Die Phoebus luit als koningin doet klinken, En stroomt die zangen uit in Poëzij; Dan voel 'k mij 't hart in 't reinst genot verzinken. Eén God is beider God, als de oudheid zong, Dies min ik u, die beide in u ontvong.