Sonnet 42: Dat Gij Haar Hebt, Is Niet Alleen Mijn Smart
Dat gij haar hebt, is niet alleen mijn smart,
Hoewel โk belijd, ik heb haar veel geliefd;
Maar dat zij รน heeft, dit bezwaart mijn hart,
Dit is een minverlies, dat dieper grieft.
Gij liefdezondaars, โk wil u zoo ontschuldigen:
Gij mint haar, wijl gij weet, dat ik haar min
En zij ook laat om mijnentwil zich huldigen,
Opdat mijn vriend voor mij haar liefde winnโ;
Verlies ik u, het is mijn lief die wint;
Verloor ik haar, mijn vriend is โt, die haar vond;
Om mijnentwil, โ als de een den ander vindt, โ
Verlies ik beideโ en krijg van beideโ een wond;
Maar toch, โt is heil: mijn vriend en ik zijn een;
Wat zoete droom! dan mint zij mij alleen!