Sonnet 122: ’K Draag Uw Geschenk, Uw Album, Volgeschreven
’k Draag uw geschenk, uw album, volgeschreven,
In ’t brein, en ’k houd dit in gedachtenis,
Die duurt, die ijd’len pronk zal overleven,
Den tand des tijds trotseert, ja eeuwig is;
Ten minste, zoolang beide, brein en hart,
In mij met volle levenskracht bestaan,
Elk voor zijn deel in u verderf’nis tart,
Zal nimmer uwe heugenis vergaan.
Dat nietig boek kon zooveel niet omvatten,
En ’k wil geen kerfstok voor uw liefde; stout
Gaf ik uw gift dus weg, en heb mijn schatten,
Aan wat u waardig huisvest, toevertrouwd.
Behoefde ik hulp, opdat ik aan u dacht,
Ik wierd om mijn vergetelheid veracht.