Sonnet 101: Hoe, Trage Muze, Maakt Ge Uw Zwijgen Goed
Hoe, trage Muze, maakt ge uw zwijgen goed
Bij ’t zien, hoe trouw het schoon doordringt en verft?
Die twee beheerscht mijn vriend als vorst; zoo doet
Hij u , die al uw waarde er door verwerft.
Spreek, Muze! Zegt gij moog’lijk: „Trouwe heeft
Geen kleuring noodig, want de kleur is echt,
Schoon geen penseel, daar de echtheid luister geeft;
Bijmengsels zijn, voor al wat best is, slecht?
Denkt gij: „Ik zwijg, want hij behoeft geen lof”?
Die uitvlucht niet! door u toch moet hij leven
Als lang zijn grafgesteent’ verstoof in stof,
En moet het verst geslacht nog lof hem geven.
Dus, Muze, aan ’t werk! volbreng, wat ik u leer,
Opdat, als wij, hem ’t nakroost kenne en eer’!